
Jurisprudentie
AU2561
Datum uitspraak2005-08-01
Datum gepubliceerd2005-09-14
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers399246 HA VERZ 05-1529
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2005-09-14
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers399246 HA VERZ 05-1529
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens wijziging omstandigheden. Vergoeding o.gr.v. artikel 7:685 lid 8 van het B.W. toegekend aan werkgever, waarbij aansluiting is gezocht bij kantonrechtersformule (componenten zijn maatstaf voor draagkracht van werkneemster). Werkneemster heeft zich niet als goed werkneemster gedragen, nu zij voor werkgever concurrende activiteiten heeft ontplooid naast en tijdens haar dienstverband.
Uitspraak
Beschikking
_________________________________________________________________________ _
Rechtbank Arnhem
Sector kanton
Locatie Arnhem
Zaakgegevens 399246 HA VERZ 05-1529/163/PH
Uitspraak van 1 augustus 2005
In de zaak van
De besloten vennootschap JP Design & Belettering B.V.
gevestigd te Duiven
verzoekende partij
gemachtigde mr. A.O.C.A. van Schravendijk
en
[werkneemster]
wonende te Lathum
verwerende partij
gemachtigde mr. A. Wiltink
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het verzoekschrift van 14 juni 2005 met producties
het verweerschrift met producties
de pleitnota van mr. A. Wiltink
de pleitnotities van mr. A.O.C.A. van Schravendijk
DE FEITEN
Mevrouw [werkneemster], thans 20 jaar oud, is op 24 januari 2005 voor de duur van een jaar in dienst getreden bij JP Design & Belettering B.V. (verder: JPD&B) als algeheel assistente tegen een maandsalaris van € 777,85 bruto, exclusief vakantiegeld.
JPD&B verzorgt onder andere de belettering van reclameboodschappen, onder andere op auto’s.
Op 13 april 2005 is in het handelsregister de vennootschap onder firma met de naam Big Letters ingeschreven. De bedrijfsomschrijving luidt: produceren en verkoop van reclamemiddelen. Als vennoten zijn vermeld [werkneemster] en een andere, bij JP Design en Belettering gedetacheerd medewerker, [betrokkene].
In mei 2005 is [betrokkene] benaderd door een zekere Venus, die een reclame-uiting van Bigletters had gezien in een snackbar in Groesbeek, over het aanpassen van de belettering op zijn bedrijfsauto die eerder door JPD&B was aangebracht. Op 26 mei heeft [betrokkene] op een van de computers in het bedrijf van JPD&B gewerkt aan de opdracht van Venus.
Op 3 juni 2005 zijn de auto’s van [werkneemster] en [betrokkene] voor het gebouw van JPD&B gefotografeerd met daarop in opvallende belettering de tekst: ” www.bigletters.nl De reclame zetters…”.
Diezelfde dag kregen [werkneemster] en [betrokkene] een snijplotter / full colour printer geleverd – een apparaat bestemd om letters te snijden. De aankoop was medio mei gebeurd. JPD&B is daar via via achter gekomen.
Op 6 juni heeft JPD&B deze website bezocht en daar op een pop up scherm de namen van [werkneemster] en [betrokkene] als contactpersonen van Bigletters aangetroffen. Hun 06-nummers waren daar bij vermeld.
Op 1 juni heeft JPD&B de aankoop van de snijplotter met [werkneemster] besproken. Zij wilde niet aangeven wat zij met het apparaat wilde doen en weigerde een verklaring te tekenen waarin was opgenomen dat zij JPD&B geen concurrentie zou aandoen.
Op 9 juni 2005 heeft JPD&B [werkneemster] op non actief gesteld.
HET VERZOEK
JPD&B verzoekt de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2005 te ontbinden onder toekenning aan haar en ten laste van [werkneemster] van een vergoeding naar billijkheid ad € 3.333,-, kosten rechtens.
[werkneemster] heeft primair de afwijzing van het verzoek van JPD&B verzocht en subsidiair , voor het geval het verzoek toch mocht worden toegewezen, de fictieve opzegtermijn van één maand in acht te nemen en aan haar een vergoeding toe te kennen van € 1.680,16 bruto, kosten rechtens.
DE BEOORDELING VAN HET VERZOEK
Door buiten medeweten en zonder toestemming van JPD&B door middel van diverse reclameuitingen de markt te betreden met een bedrijf dat concurreert met haar werkgever en door in dat bedrijf een opdracht te verwerken voor een bestaande klant van JPD&B heeft [werkneemster] zich niet als goed werkneemster gedragen, zodat zij verantwoordelijk is te stellen van de wijziging van omstandigheden, die moet leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst per heden.
Omdat JPD&B schade heeft geleden in de vorm van het mislopen van omzet van haar klant Venus en de (niet nader door haar gespecificeerde) kosten voor het inhuren van een uitzendkracht nadat [werkneemster] op non actief was gesteld, terwijl zij het salaris van [werkneemster] doorbetaalde, acht de kantonrechter het billijk haar een vergoeding op de voet van artikel 7:685, lid 8, BW toe te kennen.
Als motivering voor het door haar als vergoeding verzochte bedrag van € 3.333,- heeft JPD&B verklaard dat het om een symbolisch bedrag gaat en dat zij verscheidene schadeposten heeft, zoals omzetderving en de kosten van een vervangende uitzendkracht, terwijl zij het salaris van [werkneemster] doorbetaalde. Zij heeft geen specificatie van de schadeposten gegeven.
Voor de bepaling van de hoogte van deze vergoeding zoekt de kantonrechter aansluiting bij de kantonrechtersformule – niet omdat de componenten van die formule verband houden met de schade aan de zijde van de werkgever, maar uitsluitend omdat die componenten een maatstaf zijn voor de draagkracht van de werknemer en de schade aan de zijde van de werkgever – naar redelijkerwijs mag worden aangenomen – niet lager is dan de uitkomst van de formule.
De kantonrechter neemt als salariscomponent het bruto maandsalaris vermeerderd met 8% vakantiegeld; als dienstjarencomponent 1 en als correctiefactor C = 1.5 in verband met de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden.
Naar beneden afgerond komt dit neer op een vergoeding van € 1.250,- die [werkneemster] aan JPD&B moet betalen.
Aan het voorgaande doet niet af dat bij JPD&B de cultuur zou bestaan dat medewerkers nevenactiviteiten op het gebied waarop het bedrijf werkzaam is, mochten verrichten, mits de kosten van het gebruikte materiaal maar werden vergoed.
JPD&B heeft gesteld dat zoiets wel eens is toegestaan, maar dat daarvoor vooraf toestemming werd gevraagd en gegeven en dat de kosten in een speciaal potje werden gestort. De afdelingschef Bongers van JPD&B heeft ter zitting als informant verklaard dat [werkneemster] nimmer bij hem toestemming heeft gevraagd of gekregen voor werkzaamheden voor derden en dat hem niet bekend is dat zij € 20 als kostenvergoeding in het potje zou hebben gestort.
Evenmin kan de omstandigheid meewegen dat twee ex-werknemers van JPD&B naast hun dienstverband een eigen bedrijf erop nahielden, nu JPD&B onbetwist heeft verklaard dat zij daarvan al vóór de aanvang van het dienstverband op de hoogte was en zij meende dat dat voordelig zou zijn voor haar zusterbedrijf JP Print, omdat uit het eigen bedrijf van deze beide werknemers drukopdrachten voor JP Print te verwachten waren.
Een medewerkster van JPD&B heeft toestemming gevraagd en verkregen om belettering te maken voor de race auto van haar vriend. Op die auto is toen ook het logo van JPD&B aangebracht, zodat het bedrijf daarvan gratis reclame verwachtte indien de auto op televisie verscheen. Deze medewerkster heeft een bedrag in het potje gestopt.
In verband met het voorgaande wordt [werkneemster]s verzoek afgewezen en wordt zij in de proceskosten verwezen.
BESCHIKKING
De kantonrechter,
Ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van heden, 1 augustus 2005;
Kent aan JPD&B een door [werkneemster] te betalen vergoeding toe van € 1.250,-;
Verwijst [werkneemster] in de kosten van dit geding, tot aan deze uitspraak aan de kant van JPD&B begroot op € 276,- aan vastrecht en € 500,- aan salaris voor de gemachtigde;
Wijst het verzoek van JPD&B voor het overige en [werkneemster]s verzoek geheel af.
De beschikking is afgegeven door de kantonrechter mr. P.A. Huidekoper en in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2005.